Zorg en welzijn is met 1,5 miljoen werknemers een van de grootste sectoren op het gebied van werkgelegenheid. De bedrijfstak kent naar verhouding een hoog percentage 55-plussers en heeft te maken met veel moeilijk vervulbare vacatures: per werkgever betreft dat gemiddeld 7 op de 10 vacatures. In 2031 zullen ziekenhuizen met een tekort van 24.400 werknemers te maken krijgen en verpleeghuizen zelfs met een tekort van 51.900 personeelsleden.
Anderzijds stijgt de zorgvraag met de toename van het aantal ouderen. Door de verwachte toename van ouderdomsziekten neemt de druk op het gehele zorgsysteem toe, van eerstelijnszorg tot spoedzorg en van verpleeghuiszorg tot mantelzorg. Tegelijkertijd neemt het aantal mensen dat mantelzorg kan verlenen af en het aantal alleenwonende ouderen toe.
Een zorgelijke situatie op deze dag van de zorg, waarbij iedereen die hier een bijdrage aan kan leveren hard nodig is.
Maar hoe was dat dan voor mij? Begonnen als verpleegkundige in het ziekenhuis, de overstap gemaakt naar de wijkverpleging en toen al vrij snel mijn academische graad behaald en me gericht op het ontwikkelen en managen van zorg(organisaties). Hoe ervaarde ik de zorg en waarom ben ik uit het vak van verpleegkundige gestapt? Natuurlijk N=1 in dit verhaal, en de vraag is in hoeverre ik representatief ben voor al die verzorgende en verpleegkundigen die met hart en ziel patiëntenzorg leveren? Maar dit is wel de vraag die ik mezelf stel, op het moment dat ik deze cijfers zie.
Ik zocht naar beïnvloedingsmogelijkheden in mijn werk, ruimte om de zorg in samenspraak met de patiënt en zijn of haar omgeving zo in te vullen dat deze aansloot bij de vraag van die patiënt en de mogelijkheden die ik zag. Ik zocht naar mogelijkheden om meer invloed te hebben op de organisatie van de zorg en naar het gezamenlijk werken aan de benodigde veranderingen in de zorg. Die vond ik aanvankelijk in een extramurale setting meer dan in een intramurale setting. Maar ook daarin wilde ik meer doen met mijn opgedane ervaring en mijn visie. Ik genoot van de studie die ik aansluitend deed en waarin ik de mogelijkheid kreeg om mijn kennis te vergroten en deze in te zetten in de zorg en vice versa. En deze ervaring gun ik iedereen. Maar tegelijk hoop ik van harte dat de huidige verpleegkundigen en verzorgende daarvoor niet de stap uit hun professie maken. Immers zijn zij hard nodig om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen.
Maar hoe maken we dan werk van de zorg voor morgen, behouden we deze mensen voor het vak en enthousiasmeren we nieuwe mensen voor het vak?
Vanzelfsprekend moeten we inzetten op het aantrekkelijk maken en houden voor het vak, moeten we zorgen dat de juiste mensen op de juiste plek worden ingezet en moeten we ervoor zorgen dat mensen voldoende ontwikkel- en beïnvloedingsmogelijkheden hebben.
Maar daar redden we het niet mee, om te voldoen aan de toenemende vraag. We zullen ook moeten kijken naar het anders organiseren van de zorg en het inzetten van innovaties. Alleen in die combinatie kunnen het hoofd bieden aan dit vraagstuk.
Met de inzet op deze items hoop ook ik mijn bijdrage te leveren aan een klimaat waarin verzorgenden en verpleegkundigen met liefde hun vak kunnen blijven uitoefenen in een sector die zo wezenlijk is.
Chapeau voor alle verzorgenden en verpleegkundigen, juist op deze dag van de zorg en laten we ook voor hen werken aan de zorg voor morgen.
Wilma Koch